Afbeelding: Paul Becx - Historische Atlas van Eindhoven
Geschiedenis van Eindhoven
Eindhoven heeft een geschiedenis met hoogte- en dieptepunten. Ontdek in korte verhalen hoe Eindhoven uitgroeide tot de economische wereldspeler met 240.000 inwoners die het nu is.
Van zandvlakte tot bewoond gebied
Voordat er mensen in de regio Eindhoven komen, jaagt er een ijzige wind over de eindeloze zandvlakten. Na de laatste ijstijd ontstaan er aanzwellende waterstroompjes en raakt het gebied langzaamaan begroeid. Door pijlpunten en gereedschappen die in deze streek gevonden zijn, weten we dat er vanaf zo’n 35.000 jaar geleden jagers en verzamelaars rondtrekken.
Lange tijd later, ongeveer 3500 jaar voor het begin van onze jaartelling, vestigen zich de eerste boeren op de vruchtbare delen tussen de Dommel en de Gender.
Rond het begin van de jaartelling komen de Romeinen naar Brabant. Zij brengen nieuwe producten en gewoonten mee, zoals bepaalde kruiden en het houden van kippen. Rond het jaar 300 trekken de Romeinen en andere bewoners om onbekende redenen weg. Enkele eeuwen is het tamelijk stil in de streek, tot er vermoedelijk vanaf de zesde eeuw weer mensen gaan wonen.
Afbeelding: Paul Becx - Historische Atlas van Eindhoven
Ambacht en handel
In de loop van de middeleeuwen is er bescheiden handel van boeren en ambachtslieden onderling, maar al snel trekt het plaatsje ‘Endehoven’ of ‘Eindhoven’ - de naam komt vermoedelijk van een ‘hoeve’ die aan het ‘einde’ stond - ook handelaren van buiten aan.
De ligging tussen Luik en Den Bosch en de kruising van waterwegen zijn gunstig voor de handel. De Eindhovenaren gaan steeds meer verschillende ambachten uitoefenen en in 1232 verleent hertog van Brabant, Hendrik I, stadsrechten aan Eindhoven.
Het stadje heeft inmiddels singels met stadswallen (Emmasingel, Keizersgracht, Wal en Vestdijk), een paar stenen poorten en een ‘motteburcht’: een versterkte toren op een heuvel, vlak naast de Dommel, die de reizigers op de handelsroute kan verdedigen tegen overvallers. Eindhoven groeit rond 1420 uit tot een volwaardige stad met vijf ambachtsgilden, een klooster ‘Mariënhaghe’ en een ‘Kasteel van Eindhoven’.
Armoede en geweld
Eind 15e eeuw is het hoogtij voorbij en breekt er een tijd van wapengekletter en armoede aan. Eindhoven is kwetsbaar, omdat het strategisch gelegen is in een grensgebied tussen verschillende machthebbers.
De hertog van Gelre (nu Gelderland) valt regelmatig aan en brandt de stad plat. Ook in de Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden in de zestiende eeuw raken de stad, de boerderijen en het bouwland steeds weer verwoest. Wel wordt er tussen de bedrijven door gehandeld en is de boterhandel in opkomst.
Met het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648, het jaar waarin het tegenwoordige Nederland zich vrijvecht van Spanje, wordt Noord-Brabant een zogenaamd ‘generaliteitsland’. Het wordt als enige provincie bestuurd door de overige Nederlandse provincies die verenigd zijn in ‘de Staten-Generaal’, zonder dat de Brabanders zelf iets te zeggen hebben.
Fabrikeurs en industrie
In de 18e eeuw blijft het met name voor de boeren een zwaar bestaan, maar zij kunnen gaan bijverdienen met thuisarbeid in de avonduren: van handelaren of zogenoemde ‘fabrikeurs’ krijgen ze de opdracht om te spinnen en te weven. Van de stoffen laten de fabrikeurs producten maken die ze vervolgens weer doorverkopen. Tijdens de patriotse revolutie aan het eind van de 18e eeuw komt Jan van Hooff, van wie een beeld op de Markt in Eindhoven staat, op voor de Brabanders. Hij zorgt er mede voor dat Noord-Brabant een zelfstandige provincie wordt.
In de 19e eeuw is de industrie in opkomst. De regio is in trek, omdat er veel potentiële arbeiders zijn en een goede infrastructuur: de weg van Den Bosch naar Luik wordt helemaal van steen: ‘de Steenweg’. Het Eindhovens Kanaal wordt aangelegd (1846) en het eerste station voor de stoomtrein (1866) wordt gebouwd. Ondernemers van buiten richten de ene na de andere textielfabriek op, waarvan er steeds meer zijn met stoomkracht.
In de loop van de eeuw nemen ronkende machines het over van de mens. In de regio Eindhoven ontstaan verschillende industrieën, zoals de textiel-, de houtbewerkings- en de machine-industrie. Ook de sigarenindustrie komt op, al maakt die vooral gebruik van handenarbeid. Eindhoven raakt bekend als 'La ville fumée (de gerookte stad).
Komst van Philips
De boeren blijven ploeteren en gaan samenwerken in coöperaties en boerenleenbanken om samen werktuigen te kunnen aanschaffen. Met de komst van Philips (1891) en elektrotechnische innovatie, neemt de ontwikkeling van Eindhoven een hoge vlucht. De vraag naar personeel groeit enorm en er worden werknemers aangetrokken uit Drenthe, het huidige Tsjechië en Italië. Andere fabrieken gaan in het kielzog van Philips mee.
Philips bouwt ook woningen en regelt sociale voorzieningen, omdat het gemeentebestuur daarin achterloopt. De nieuwkomers zorgen soms voor wrijving, bijvoorbeeld tussen het protestantse hogere Philipspersoneel dat van boven de rivieren wordt aangetrokken en de lokale katholieke arbeiders.
Tweede Wereldoorlog en wederopbouw
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden grote delen van Eindhoven verwoest door twee bombardementen: het Sinterklaasbombardement op 6 december 1942 door de Britten en dat op 19 september 1944 door de Duitsers. Honderden Joodse Eindhovenaren overleven de oorlog niet, waaronder de broertjes Edo en Lexje Hornemann, die slachtoffer worden van medische experimenten in Duitsland.
De wederopbouw vormt het nieuwe Eindhoven. De elektrotechnische innovatie van Philips gaat hard met de televisie en de wereldprimeur van de cd. In deze tijd gaan er ook steeds minder mensen naar de kerk. De jeugd komt in opstand en burgers willen meedenken over de openbare ruimte. Gedurende de gehele twintigste eeuw komen er golven migranten uit met name Italië, Spanje, Turkije en Marokko om in de bloeiende technische industrie te werken.
Crisis en ontstaan Brainport
Met de wereldwijde oliecrisis in 1973 en de harde concurrentie uit Azië zet het verval in. De teloorgang van de consumentenelektronica-, textiel- en de tabaksindustrie mondt uit in een diepe economische crisis. Tienduizenden werknemers van Philips en DAF staan op straat. Er is grote armoede, maar PSV wint in 1988 wel de Europacup…
De stad en regio Eindhoven weten de enorme crisis wonderwel te boven te komen. De gemeente, het bedrijfsleven en het onderwijs slaan begin jaren '90 de handen ineen: de triple helix genoemd.
In het begin van de 21e eeuw wordt de High Tech Campus de slimste vierkante kilometer van Europa, ASML komt van de grond en talloze bedrijven groeien mee als toeleveranciers. Gevestigde architecten geven de stad een facelift met glimmende elementen zoals de Blob. De eerste wolkenkrabbers verschijnen. Eindhoven is nu de stad van de hightechmaakindustrie en design en trekt kenniswerkers en arbeidsmigranten van over de hele wereld.
Wil je weten hoe de dorpen Woensel, Tongelre, Stratum, Gestel, Strijp en het stadje Eindhoven zich de afgelopen 100 jaar hebben ontwikkeld? Neem dan eens een kijkje in Eindhoven Panorama!